1. Zet in de ochtend en ‘s avonds ramen en deuren open
Op die momenten is het buiten vaak koeler dan binnen.
2. Houd overdag ramen en deuren dicht
Houd ramen en deuren dicht, zodra de zon daarop staat.
3. Laat de gordijnen dicht aan de zonkant
De zon warmt een woning anders te snel op.
4. Gebruik je een ventilator? Doe het slim!
Zet een ventilator bij een open raam als het buiten koeler is.
5. Zet apparaten uit die warmte afgeven
Lampen, tv’s en opladers worden warm. Zet ze uit als je ze niet nodig hebt.